“Van 1300 hectare naar 725, een gemiste kans door politiek korte termijn denken en fixatie of financiën. Jullie zetten een mooie en terechte stip op de horizon van 2100”. Dat stelde Chris Kalden, voorzitter van het bestuur van de Stichting het Groene Hart en spreker op onze najaarsbijeenkomst. Peter Vlasveld, samensteller van de publicatie De Drooggemaakte Noordplas, bood het historische perspectief op het Bentwoud.
Zo’n 70 leden van onze vereniging hebben genoten van de sprekers en de gezelligheid onderling. Chris Kalden licht toe waarom de cultuurhistorie en ecologie van het Groene Hart van wereldklasse zijn. Een aantal ontwikkelingen vormt een extra uitdaging voor het Groene Hart: de decentralisatie van verantwoordelijkheden voor onze leefomgeving van Rijk naar provincies en gemeenten, en de beperktere rol die deze overheden willen spelen door de samenleving aan te spreken. De Stichting het Groene Hart probeert daarom voortdurend het belang van het gebied over het voetlicht te brengen, samen met anderen projecten te doen, en om met belanghebbenden vraagstukken te bespreken als bodemdaling, energietransitie of ruimtelijke kwaliteit.
Kalden is het eens met de analyse uit de visie Bentwoud 2100 dat het Bentwoud nu al kwetsbaar is voor versnippering. Daarom spreekt de strategie van ‘slow wood’ hem aan: gebruik de tijd voor goede doordenking. Zorg dat in het Bentwoud de verhouding natuur en recreatie niet uit het lood raakt. Ga samenwerken met anderen, en loop voorop op de overheden. Dan moeten zij reageren en niet wij.
Gebrek aan samenwerking tussen overheden en tussen overheden en samenleving is niet alleen van deze tijd. Datzelfde geldt voor economische belangen die van invloed zijn op onze leefomgeving. Dat maakte Peter Vlasveld duidelijk in zijn verhaal over de geschiedenis van het droogmaken van de Noordplas, de polder waarin het Bentwoud ligt. Het lucratieve turfwinnen zonder aan de gevolgen te denken is ook een mooi voorbeeld uit het verleden van korte-termijn-denken. Zelfs de landscheidingsdijk werd doorgegraven om het turf sneller te kunnen afvoeren met grote risico’s tot gevolg. De eerste plannen voor een droogmakerij dateren van rond 1700. Pas meer dan een halve eeuw later kreeg dit echt vorm. Het interessante boek van Peter Vlasveld over de Noordplas is te verkrijgen bij het Historisch Museum in Hazerswoude.